Zondag 4 september: blinkende spaken, lachende gezichten en een schitterende fietstocht

Onze fanfare heeft wel een bijzondere beschermheilige. We hebben het echt getroffen met Sinte Pieter. Wat die voor ons doet … 
 
De hele week vooraf hadden kranten en buienradars aangegeven dat die zondag dé regendag zou worden in een periode met allemaal zonnige dagen. We hielden ons hart vast. En inderdaad, rond tien uur ‘s ochtends gingen de hemelsluizen open en gaven een half uur van katoen. Maar, dan … rond half twaalf zetten de dappere muzikantjes hun instrument af aan café Lux, en kijk, het halve bestuur zat er rustig in de zon te genieten van een eerste pint. Suggesties om de fietstocht kort te houden, botsten op het eeuwige optimisme van organisator Jos Bouwen: “We zien wel.”. We keken die zondagnamiddag veel omhoog, naar de overdrijvende grijze, dreigende wolken, maar er viel geen spatje meer. 
 
 
Toen onze jeugdband JOLO zich klaarzette op het ‘eilandje’ op het Vogel OpvangCentrum Neteland (V.O.C.) aan de Langstraat, was het opnieuw volop zomer. Onze jonge muzikanten leverden een gesmaakt concert  Heel wat kinderen zetten zich rustig op hun achterwerk voor het ‘eilandje’ waarop JOLO zat. Op hun programma stond ‘Sesamstraat’, ‘Waka Waka’, ‘Can you feel the love tonight’, ‘Wake me up’ en ‘Three Amerikaan spirituals’. JOLO klonk in het begin nog niet ingespeeld, maar de laatste nummers waren wel overtuigend. “Komen jullie het volgend jaar terug?”, vroeg een glunderende voorzitter Eddy Vercammen. Voor het V.O.C. werd het een mooie opendeurdag: er kwamen bijna 2.000 mensen de verzorgde dieren bewonderen.
 
Om twee uur was het voor de fanfare tijd om verder te trekken. Een grote bende, – officieel 76 man, maar we hebben ze niet geteld, het was een lange sliert –, zette zich op de fiets. 
Meester Jos nam de leiding en weg waren we voor een tocht van een klein fietsuurtje via de Langstraat, de Verbistlaan, de Torenstraat naar de molen van Bouwel. Daar staken we de grote baan over – telkens stonden onze veiligheidsagenten paraat om het verkeer stil te leggen – en reden we naar het Zellehof. De voorbije drash had er de parking wel vol plassen gelaten, maar we installeerden ons op het terras.
 
Met af en toe een forse rukwind, haalden we onze was- en haarspelden boven om onze muziekpartituren stevig op onze pupiters te klemmen. Met als gevolg dat de wind geregeld een hele pupiter omwaaide. 
 
Grijze of zwarte wolken, onze 35 muzikanten bleven geconcentreerd aan de stukken, onder leiding van dirigent Patrick Milbou die deze zondag extra genoot van de fikse wind: hij was die dag echt in zijn nopjes en haalde zijn meest absurde humor boven. In het Zellehof droeg hij al onze muziekjes op aan de paarden. Zo speelden we onze standard ‘Une Belle Histoire’ voor “iedereen die een speciale relatie heeft met een paard”. En ‘Pata Pata’ was voor het Afrikaanse paard, de okapi. ‘We’re the World’ was voor Michael Jackson die zeker een hobbelpaard in zijn grote speeltuin had staan. En ‘Big Spender’ speelden we ter ere van onze eigen duivenkampioen: Leon Witvrouwen had die dag de vlucht op Quievrain GEWONNEN. Dat heeft Leon, heel genereus, wat later gehonoreerd met een ‘tournée générale’.  Tijdens deze ode brak de zon door boven onze hoofden. Schoon.
 
Na een zware bergrit en een ommetje via het industrieterrein, beklommen we De Bergen. In onze lokale tennisclub hadden Jurgen en Sofie stevige partytenten klaargezet, waar een deel van onze fietsers onder kroop. Maar de fanfare zette zich op het terras. Daar leverden we ons betere werk met een mooie klank en ingeleefde muziek. 
 
 
Dirigent Patrick wijdde zijn bevlogen commentaar aan ‘ballen’, onder meer aan tennisballen. ‘Mac the Knife’ droeg hij gepast op aan John McEnroe. En Patrick dirigeerde de eurosonghit ‘Eres Tu’ voor die andere bekende tennisster, … koningin Fabiola. Hij had de lachers op zijn hand. Een hele moeilijke was als Patrick ‘Frank Bernaerts’ uitriep tot een talentvolle Belgische tennisspeler, (of deze man tennist hebben we niet kunnen achterhalen, maar het is wel een van de meest succesvolle Vlaamse arrangeurs voor fanfaremuziek). We speelden onder meer, ‘What a wonderful World’ bekend geworden door Louis Armstrong, in een arrangement van Bernaerts. 
Als ‘top of the bill’ trad Charel Janssens op: hij had een musical op rijm gezet. Charles breide onze liedjes uit de Klak tot een ontroerend verhaal van een man die eerst niet binnen mag van zijn vrouw en dan zijn liefde verklaart. Man, dat hebben we met veel ziel en passie gespeeld. 
 
En toen snelden we allen het sportcentrum ’t Kapelleke in, want de honger begon te knagen. Daar stonden de worsten, de stukjes zalm en de kipfilets ons op te wachten. Het eerste half uur was het bijzonder rustig in dat grote café: hongerige muzikanten kunnen rustig zijn. Peggie en haar ploeg had alles goed georganiseerd zodat de tachtig hongerigen snel een bord met lekkers hadden. 
 
Ondertussen hadden Guy, Jos, Cis en chauffeur Nico Janssen het slagwerk en de pupiters netjes afgezet aan de Lux. Ook logistiek liep deze dag op wieltjes.  “Dit was één van de betere fanfaredagen uit de voorbije jaren”, verzuchtte voorzitter Francis Van Beylen. Sommige dagen moet je inkaderen en boven je bed hangen. Deze fietsdag toverde bij alle deelnemers een glimlach op het gezicht. Dit moeten we nog eens doen!